Isolatieklassen 0. I. II. III. deze klasse geeft aan hoe een armatuur geïsoleerd is.

Armaturen met Klasse 0 aanduiding – geen aarding mogelijk.

Verboden toe te passen in de meeste Europese landen.
Scheiding van de spanningvoerende delen door een enkele isolatie, de zogenaamde basisisolatie.
Bij een isolatiefout berust de bescherming van de persoon die het armatuur aanraakt, op de omgeving
bijvoorbeeld een isolerende vloer.

Geen symbool voor klasse 0 

Armaturen met Klasse I aanduiding – randaarde.

Armatuur voldoet aan de elektrische eisen van klasse 1 ( I ), d.w.z. armatuur waarvan het aanraakbare metalen omhulsels aan de aarde is verbonden middels een aardeklem.
Bij een isolatiefout berust de bescherming van de persoon die het armatuur aanraakt voornamelijk op de kwaliteit van het aardingscircuit en op een differentiaalschakelaar.

symbool Klasse I.

 

 

 

Armaturen met Klasse II aanduiding – dubbel geïsoleerd

Armatuur voldoet aan de elektrische eisen voor dubbele isolatie van klasse 2 ( II ), d.w.z. volledige isolatie van alle onderdelen, geen aardaansluiting. In het geval van een elektrisch defect komt er geen gevaarlijke spanning te staan op aanraakbare metalen onderdelen. Er zijn materialen met een grote isolatieweerstand gebruikt.
Door de dubbele isolatie kunnen er geen isolatiefouten optreden, zodat de persoon die het apparaat aanraakt, geen gevaar loopt.

symbool Klasse II.

 

 

 

Armaturen met Klasse III aanduiding – voedingsspanning kleiner dan 50V wisselstroom

Armatuur voldoet aan de elektrische eisen voor drievoudige isolatie van klasse 3 ( III ), d.w.z. het armatuur is gemaakt om aan te sluiten op een externe lage voedingsspanning die gelijk is aan de intern vereiste bedrijfsspanning. In het geval van een elektrisch defect kan er geen gevaarlijke spanning ontstaan.

symbool Klasse III.